Deze legislatuur werden heel wat maatregelen genomen om de verkeersveiligheid te verhogen. Trots op Oostende is duidelijk: we draaien de klok niet terug. Verkeersveiligheid is en blijft een prioriteit. De inkomsten van snelheidsboetes – waarvan het merendeel betaald wordt door bezoekers van de stad – vloeien ook rechtstreeks terug naar de Oostendenaars. Daarmee worden voetpaden, fietspaden en straten heraangelegd en maken we Oostende nog verkeersveiliger.
Op vlak van verkeersveiligheid werden deze legislatuur grote stappen gezet. Er werden 24 actieplannen opgemaakt voor veilige schoolomgevingen, met onder meer 50 nieuwe groene oversteekplaatsen. Zwaar verkeer werd geweerd tijdens de spits met een tonnagebeperking tot 3,5 ton in alle schoolomgevingen. Er werd 20 kilometer aan nieuwe fietspaden op gemeentewegen aangelegd (en 9 km op gewestwegen) en daarnaast nog 40.000 m² voetpaden. Zone 30 werd ingevoerd in alle wijken en het centrum. Er werden fietszones en 62 nieuwe fietsstraten ingericht (er waren er nog maar 6). In combinatie met meer controles op veilige werven en meer aandacht voor veilige omleidingen voor voetgangers en fietsers. Een mobiliteitsbedrijf werd ingezet in de zomer en bij evenementen voor een betere en dus veiligere doorstroming van het verkeer.
Voor Trots op Oostende is verkeersveiligheid een absolute prioriteit. Bij het invoeren van zone 30 werd doelbewust gekozen voor uniformiteit. Op die manier is voor iedereen, niet in het minst de tienduizenden bezoekers aan onze stad, duidelijk dat op het grondgebied van Oostende, in het centrum en in de woonwijken 30 per uur de regel is. Zo vergroot ook de kans dat mensen zich aan die snelheid houden. En verkleint de kans op een ernstig letsel of overlijden in geval van een verkeersongeval. Bij een snelheid van 30 km/uur bedraagt de remafstand immers minder dan de helft dan wanneer je 50 km/uur rijdt, dat is wetenschappelijk bewezen.
Handhaving dient in de eerste plaats om ervoor te zorgen dat er effectief niet te snel gereden wordt. Dat dit inkomsten genereert voor de stadskas klopt, op die manier gaat dat geld ook rechtstreeks naar de Oostendenaars (terwijl inkomsten van boetes vroeger naar de hogere overheid gingen). Die middelen worden gebruikt om de stad nog verkeersveiliger te maken, want het heraanleggen van straten, fietspaden, voetpaden, enz. heeft natuurlijk een kostprijs. Het merendeel van de snelheidsboetes wordt trouwens betaald door bezoekers aan de stad. Het totaal aantal GAS-boetes wordt dit jaar geraamd op 5 miljoen euro, maar dat zijn niet alleen snelheidsovertredingen. Het gaat ook over boetes voor sluikstorten, het niet opruimen van hondenpoep, parkeren op plaatsen voor mensen met een handicap …
Laat het duidelijk zijn, met Trots op Oostende draaien we de klok op vlak van verkeersveiligheid niet terug. We willen verder gaan op de ingeslagen weg. Er zijn inderdaad enkele straten waarover discussie is. Onze keuze is om het wegbeeld en -inrichting van die straten volgende legislatuur verder aan te passen, zodat het verkeersveilige straten blijven waar zowel voetgangers, fietsers als auto’s hun plaats hebben.